https://www.theartcouch.be/nie...
Posted By Frederic De Meyer
Na een lange winter is het een verademing om wat kleur en vrolijkheid in te ademen, zo moeten Annelies en Matthew van Frock Gallery gedacht hebben. Met hun selectie in de expo ‘Kleurrijke karakters’ is dit precies wat ze de bezoeker bieden, al is de kunst van deze drie niet zo vrijblijvend als op het eerste gezicht blijkt…
Christel Weyts biedt met het capteren van vluchtige momenten een open uitnodiging om onze omgeving beter en intenser te observeren. “Mijn oog scant continu de omgeving op zoek naar taferelen gespeeld door gewone, boeiende mensen”, schrijft ze. Toevallige, kuierende of gehaaste passanten, stukjes natuur, architectuur of close-ups van onooglijke maatschappelijke gebeurtenissen, niets lijkt te ontsnappen uit haar waarneming, en haar vaak guitige nieuwsgierigheid. Wat ze alleszins aantoont is dat door aandachtiger te kijken er meer te zien valt dan waar onze aandacht door getrokken wordt -het is iets dat kunst sowieso als effect heeft, maar door de keuzes van haar onderwerp ontgint ze binnen onze gewone waarneming deze nieuw te ontdekken rijkdom.
“Haar personages zijn vervuld van leven, eigenzinnigheid en theatrale energie”, zeggen Annelies en Matthew van Frock Gallery, “Ze nodigen de kijker uit om te komen lachen.” Het mag gezegd dat de schilderijen van Jeniffer Davis iets luchtigs en ludieks hebben, al lijkt dit me nooit een vrijblijvend gegeven. Ze lijkt met haar ongebreidelde fantasie een nieuwe taal te hebben ontwikkeld, maar wat ze hiermee uitspreekt is daarom niet ontdaan van gewicht en betekenis. Veel van haar werkjes zijn feitelijk zelfportretten, wat op zich, door het proces van fundamentele vervorming waar ze haar thema aan blootstelt, tot een diepere vaststelling noopt. C. Randall, directeur van de Swansong Gallery, analyseert dit proces mooi: “She appears in each composition—like an avatar of many guises—her primary incarnation as a wide-eyed girl who is mild yet ever-vigilant. She is patient with aliens, a friend to plants and animals; always serving as a protector for the meek and those who can not run. She is, indeed, the mistress of her domain.” Een meester in haar zelf bedachte wereld, het klinkt wat naïef en kinderlijk, maar zoals Picasso het ooit formuleerde: de eerste helft van ons leven leren we volwassen te zijn, de tweede helft ervan leren we terug kind te zijn.
Ik heb weinig met keramiek, moet ik tot mijn scha en schande bekennen. Onbekend is onbemind. Ik ben er niet ongevoelig voor, maar ik kan nooit precies duiden waar deze gevoeligheid uit voortspruit -niet dat dit persé moet, maar mijn nieuwsgierigheid is nu eenmaal voornamelijk een intellectueel proces. Wat me vreemd genoeg wel onmiddellijk aanspreekt is keramiek die refereert naar voorouderlijke traditie. Het ligt misschien aan een instinctmatige herkenning van primitieve vormen, het ontginnen van de weelde van ons collectieve onbewuste. De werken van Hélène Morbu putten uit deze bron, maar worden met een laag raffinement overgoten die getuigt van een voorliefde voor de Art Décostijl, wat een merkwaardige combinatie oplevert. Te oordelen aan het aantal Franse magazines waarin reeds aandacht besteed werd aan haar werk, is ze zowat een rijzende ster. Wat mij betreft vormt ze alleszins een bijkomende stimulans om me verder -of eerder: eindelijk- te verdiepen in deze kunstvorm…